Nevobo kan beter omni-verband omarmen
De volleybalbond Nevobo wil het niveau van de eredivisie-mannen opkrikken. De hoogste klassen (ook bij de vrouwen) zouden eigenlijk het uithangbord voor het nationale volleybal moeten zijn, maar dat is al jaren niet meer het geval. De bond wil de lat hoger leggen door zwaardere toelatingseisen in te stellen, zodat het aantal mannenteams vermindert van twaalf naar tien of maximaal acht.
Met alle respect voor de overige clubs, maar van het huidige dozijn mannenteams steken regerend landskampioen Abiant/Lycurgus uit Groningen, Draisma/Dynamo uit Apeldoorn en Seesing Personeel | Orion uit Doetinchem, boven de rest uit. Dat blijkt uit het speelniveau (trainingsuren), speelomgeving (tophal), financiële mogelijkheden (sponsoring) en meer.
De ambiance bij de thuisduels ademt topsport uit: de nieuwe tophal ‘Home of Orion’ van Seesing Personeel | Orion, ‘Martini Plaza’ van Abiant Lycurgus, tophal ‘Omnisport Apeldoorn’ van Draisma Dynamo.
Het niveauverschil met de rest blijkt wekelijks: thrillerachtige wedstrijden zijn zeldzaam. Seesing | Orion won vorige week in Barneveld met 0-3 van Advisie/SSS dat alleen de tweede set boven 20 punten steeg. De zesde speeldag kende geen vijfsetter, vier duels eindigden vlot in drie sets.
Gaat het de Nevobo lukken het niveau te verhogen door de competitie te verkleinen? Na Olympisch zilver en goud in 1992 en 1996 en het gouden EK in 1997 van de Lange Mannen zakte de eredivisie langzaam door de hoeven. De economische crisis vanaf 2008 zorgde voor extra tegenwind. Sponsoring liep loeihard terug, toonaangevende teams uit Rotterdam, Amstelveen en Almere gaven de geest. Maar de Oranjevrouwen herstelden zich deze zomer met de vierde plaats op de Olympics in Brazilië.
Hoger Niveau
De mannen kwalificeerden zich in september via winst op Turkije voor het EK 2017 in Polen, met spelers die bij buitenlandse clubs op een hoger niveau ervaring opdoen. Zo begon Daan van Haarlem ooit bij Orion, maar de spelverdeler uit Doetinchem speelt na het Belgische Nemen nu in Tsjechië bij Vase Kladno.
De Oranje-selecties geven de voorkeur aan sterke buitenlandse competities boven de eredivisie. Van Haarlem lonkt naar de top-drie-competities van Italië, Rusland of Polen. Overigens valt daar vrijwel nog geen Nederlandse volleyballer te bekennen. Van Haarlem prijst toch Tsjechië, waar het onderling verschil erg klein is. Elke wedstrijd moet hij echt aan de bak, dit in tegenstelling tot de Nederlandse competitie.
Met het indammen van de eredivisie zal de Nevobo de weg omhoog niet bereiken. Beter lijkt te bezien hoe de samenwerking tussen de clubs kan worden versterkt. Bijvoorbeeld door verenigingen in een regio samen een topteam in de lucht te laten houden. Of met andere clubs in omniverband verder te gaan.
Grote Europese clubs fungeren vaak als omnivereniging. Barcelona kent naast topvoetbal ook handbal, basketbal op niveau. Net als Fenerbahce in Istanboel, waar de Achterhoekse Oranjespeelster Lonneke Sloetjes bij Vakifbank actief is.
Zij constateert dat in de Turkse topklasse tegenstanders van een omniclub veel meer publiek trekken. Het gaat hen om de eer van de club, zoals dat ook in Spanje en Italië gebeurt. Wellicht interessant om dat oude idee van een Achterhoeks topsportplatvorm nog eens gestalte te geven.