Spelregelvragen december
In de maand november waren dat de volgende vragen:
Vraag 1:
De teller ziet op het DWF (Digitaal Wedstrijd Formulier) dat speler met rugnr 2 moet gaan serveren.
Echter, de speler met rugnr 11 pakt de bal en loopt naar het servicevak.
Op welk moment moet de teller roepen “Scheidsrechter, opstellingsfout” ?
A Vlak voordat de scheidsrechter fluit voor de serve.
B Direct na de serve.
C Als de bal het netvlak is gepasseerd.
D Dit is geen taak voor de teller, maar voor de scheidsrechter.
Antwoord: B
Vraag 2:
DVC H1 is in een thuiswedstrijd in de 3e divisie goed op dreef tegen Phoenix H2: het staat 2-1 in sets, en 21-14 in de 4e set.
Op dat moment geeft de aanvoerder van Phoenix aan de scheidsrechter door dat speler11 van DVC niet op het wedstrijdformulier staat.
Blijkt dat deze speler vanaf de beginopstelling van de 3e set onafgebroken mee heeft gespeeld.
Welke ploeg is aan serve als de wedstrijd wordt hervat?
Bij welke stand wordt de wedstrijd hervat?
A DVC; 2-1 in sets en 21-14
B Phoenix; 1-2 in sets en 14-21
C Phoenix; 1-2 in sets en 14-0
D Phoenix; 2-1 in sets en 14-0
E Phoenix; 2-1 in sets en 15-0
Antwoord:
E! Met dank aan Don Coers!
Inderdaad: alle punten, die deze speler heeft meegespeeld, komen te vervallen.
De initieel door DVC gewonnen 3e set wordt formeel 25-0 voor Phoenix.
Dit is daadwerkelijk ooit gebeurd.
De nieuwe vragen van de maand december :
Vraag 1:
De scheidsrechter heeft in de 1e set team A mondeling gewaarschuwd, omdat team A te lang bleef staan, nadat de scheidsrechter had gefloten voor einde time-out. In de 2e set blijft team A wederom te lang staan.
En nu?
A De scheidsrechter geeft team A een allerlaatste mondelinge waarschuwing.
B De scheidsrechter legt een maatregel op wegens spelophouden; gele kaart voor de coach.
C De scheidsrechter legt een maatregel op wegens spelophouden; gele kaart voor de aanvoerder.
D De scheidsrechter legt een maatregel op wegens spelophouden; gele kaart aan de pols.
Vraag 2:
De spelverdeelster van Orion D3 gaat achter een pass aan, die onder het net door dreigt te gaan. Ze weet de bal in het spel te houden, doch landt daarbij in het veld van de tegenstander, en maakt met beide onderarmen contact met het veld van de tegenstander.
De dichtsbijzijnde tegenstander staat op één meter afstand.
De scheidsrechter fluit voor een lijnfout van de spelverdeelster.
A De scheidsrechter heeft correct gehandeld.
B De scheidsrechter heeft niet correct gehandeld.