• Albrand
  • Gafco
  • Rensa
  • Netterden
  • Hawi
  • CAD2M
  • Ubbink

Maan: ‘Het lichaam liegt nooit’

Nieuws

Deel 3: De Jumpers knee


Volleybal is een populaire sport, die jaarlijks door ongeveer een half miljoen Nederlanders wordt beoefend. Het blessurerisico bij volleybal (4,4 blessure per 1000 sporturen) is ruim twee keer zo groot als dat van alle sporters gemiddeld (1,8 blessure per 1000 sporturen).

Jaarlijks lopen volleyballers 170.000 blessures op, waarvan 61.000 medisch behandeld worden. Het grootste aantal blessures zijn aandoeningen aan de enkels, vingers en schouder. De meest voorkomende overbelastingsblessure is de patella tendinopathie (jumpers knee), een overbelasting van de knieschijfpees. Die ontstaat door het vele springen en landen. Ook de aard van de ondergrond en de kwaliteit van de schoenen hebben invloed op deze overbelasting. Het komt voor bij 32- 45% van de top- en semiprofessionele volleyballers en basketballers. Risicofactoren zijn: verkorte hamstrings & quadriceps, de techniek van sprong c.q. landing en overbelasting.

De jumpers knee is geen acuut letsel. De pijnklachten zijn typisch sluipend en geleidelijk.  Vroege herkenning daarvan is noodzakelijk om het niet chronisch te laten worden. De eerste herkenning is pijn op de aanhechtingsplaats van de patellapees aan de bovenkant van het scheenbeen.
Bij dergelijke lichte klachten is het al noodzakelijk om op geleide van pijn te bewegen, zodat overbelasting wordt vermeden. In veel gevallen wordt de pijn verergerd op die momenten dat jonge sporters ‘groeischeuten’ hebben. Goede dosering van de belasting is dan evident. Preventief kan er ook veel gedaan worden om met name de spieren rondom het kniegewricht sterker te maken met een- of tweebenige squats, het rekken en strekken van de quadriceps & hamstring en de een- of tweebenige legpress. Verder is koelen direct na de belasting belangrijk.

Het is belangrijk dat trainers/- coaches goed naar de signalen luisteren van de jonge sporters en dat zij hen ook introduceren in de juiste technieken van springen en landen. Landen steeds op twee benen, liefst tegelijk, en de spong opvangen en niet landen met gestrekte knieën. Bovendien is het belangrijk dat tijdens de squats en de landing bij aanval en blok de knieën naar buiten worden gedrukt.
Daarom blijft het belangrijk naar je  lichaam te luisteren, want het liegt nooit.

 

Tekst: Eric Maan
Trainer/Coach Heren 2